Wat is een botopbouw?

Een botopbouw is het verhogen of verbreden van de kaakwal met een bottransplantaat. Meestal heeft dit als doel het kunnen aanbrengen van implantaten (kunstwortels). Indien kleine hoeveelheden bot nodig zijn, kan het benodigde bot ergens uit de mondholte (bijvoorbeeld uit de kinregio of ter plaatse van de verstandskiezen) worden getransplanteerd. Bij grotere benodigde hoeveelheden wordt het bot getransplanteerd vanuit de bekkenkam.

Waarom een botopbouw?

Implantaten zijn uitermate geschikt voor het vervangen van één of meerdere tanden of kiezen of om houvast te geven aan een kunstgebit. Om implantaten echter succesvol te kunnen plaatsen is een bepaald botvolume noodzakelijk. Wanneer de eigen tanden en kiezen verloren zijn gegaan slinkt op die plaatsen het kaakbot in hoogte en in dikte. Als het bot te smal of te laag is voor het plaatsen van een implantaat, moet eerst de kaak worden verbreed of verhoogd met een bottransplantaat om zodoende voldoende volume te krijgen voor het aan te brengen implantaat.

De botopbouw

Als slechts één tand moet worden vervangen en er onvoldoende bot in hoogte en breedte aanwezig is voor het plaatsen van een implantaat kan het defect meestal worden opgevuld met een bottransplantaat uit de mondholte zoals uit de kin of verstandskiesregio. Deze ingreep kan, afhankelijk van de wensen van de patient, zowel onder plaatselijke verdoving als onder narcose worden uitgevoerd. In de bovenkaak komt het veelvuldig voor dat er niet voldoende kaakbot aanwezig om implantaten te kunnen aanbrengen. Vaak is er namelijk sprake van een sterk geslonken kaakwal in combinatie met een grote luchthoudende sinus (kaakholte).

Er bestaat echter de mogelijkheid om zowel de bodem van de kaakholte te verhogen als de kaak te verbreden. Na een dergelijke ingreep (sinuslifting), die meestal onder volledige narcose wordt uitgevoerd, kan wel worden geïmplanteerd in deze kaakdelen. Bij deze ingreep wordt uit de bekkenkam een stuk bot getransplanteerd naar de kaak. Een extreem geslonken onderkaak kan ook met een bottransplantaat uit de bekkenkam worden gereconstrueerd. Na het verhogen van de kaak is het dan mogelijk om implantaten te plaatsen. In sommige gevallen kunnen implantaten direct in combinatie met de botopbouw worden geplaatst. In de meeste gevallen is het echter nodig dat het getransplanteerde bot eerst volledig vastgroeit. Een paar maanden na de botopbouw worden dan de implantaten geplaatst.

Na de behandeling

De te verwachten nabezwaren zijn natuurlijk sterk afhankelijk van de uitgevoerde behandeling. Bij het transplanteren van bot uit de bekkenkam, wat altijd onder narcose gebeurt, wordt u opgenomen in het ziekenhuis. De duur van de opname varieert van twee tot vijf dagen. De meeste mensen hebben na de operatie nauwelijks last van pijn in de mond. Een beetje keelpijn komt voor. Na de operatie is het gezicht soms (erg) gezwollen ondanks dat via een infuus gedurende één of twee dagen medicijnen worden toegediend die het zwellen van het gezicht tegengaan. De zwelling wordt meestal na drie dagen snel minder. Als gevolg van het transplanteren van bot uit de bekkenkam gaat het lopen in het begin meestal moeizaam, na enige weken is dit weer normaal.
Het oogsten van bot uit de kin of verstandskiesregio verloopt meestal poliklinisch. De eerste 6 uur na de ingreep moet u niet eten en geen zeer warme, zeer koude of alcoholhoudende dranken gebruiken. Tevens mag u de eerste 24 uur de mond niet schoonspoelen. Na deze eerste dag dient u de mond gedurende een week te spoelen met het voorgeschreven mondspoelmiddel. Na de behandeling is het normaal dat u pijn krijgt. U kunt de pijn bestrijden met de voorgeschreven pijnstillers. De plaatselijke verdoving is na 2 tot 4 uur uitgewerkt. Het is raadzaam om de eerste dagen de pijnstillers volgens voorschrift te gebruiken. Een dikke wang, een blauwgele verkleuring en een verminderde mondopening zijn normaal. Deze klachten nemen na 3 tot 5 dagen weer af.

Essentieel is dat na de operatie een goede genezing van de wond plaats vindt. Indien dat niet het geval is en er toch een ontsteking ontstaat, kan een dergelijke ontsteking leiden tot (gedeeltelijk) verlies van het bottransplantaat. Een goede mondhygiëne is daarom zeer belangrijk. Tevens zullen meestal antibiotica worden voorgeschreven. Roken heeft een negatieve invloed op de wondgenezing. Het is daarom verstandig voor een botopbouw te stoppen met roken.

Vragen

Een botopbouw is het verhogen of verbreden van de kaakwal met een bottransplantaat. Indien kleine hoeveelheden bot nodig zijn, kan het benodigde bot ergens uit de mondholte (bijvoorbeeld uit de kinregio of ter plaatse van de verstandskiezen) worden getransplanteerd. Bij grotere benodigde hoeveelheden wordt het bot getransplanteerd vanuit de bekkenkam.
Implantaten zijn uitermate geschikt voor het vervangen van ��n of meerdere tanden of kiezen of om houvast te geven aan een kunstgebit. Om implantaten echter succesvol te kunnen plaatsen is een bepaald botvolume noodzakelijk.
Zeer groot. Goed onderzoek vooraf maakt de kans op complicaties of mislukkingen minimaal. Toch kan er direct aansluitend aan het plaatsen van een botopbouw tijdelijk ongemak zijn in de vorm van napijn of zwelling. Essentieel is dat na de operatie een goede genezing van de wond plaats vindt. Indien dat niet het geval is en er toch een ontsteking ontstaat, kan een dergelijke ontsteking leiden tot (gedeeltelijk) verlies van het bottransplantaat. Een goede mondhygi�ne is daarom zeer belangrijk. Roken heeft een negatieve invloed op de wondgenezing. Het is daarom verstandig voor een botopbouw te stoppen met roken.
Inspectie van uw mond en analyse van bij u te maken r�ntgenfoto's zullen duidelijk maken of een botopbouw bij u noodzakelijk is om een implantaat te kunnen plaatsen. Waar te weinig is, kan meestal met een extra behandeling nieuw bot worden geplaatst. Wanneer u nog eigen tanden en kiezen heeft, is het verder van belang dat het tandvlees hieromheen gezond is. Als dit niet zo is moet daar eerst iets aan worden gedaan.
Hier is geen algemene regel voor te geven. U kunt dit eventueel nalezen in uw verzekeringspolis of navragen bij de zorgverzekeraar. Ook kan uw behandelaar een aanvraag indienen bij de zorgverzekeraar voor vergoeding.
Ongeveer drie tot zes maanden na een botopbouw kunnen er implantaten worden geplaatst. De precieze termijn is afhankelijk van het gebruikte bottransplantaat en zal door de kaakchirurg met u worden besproken.
De duur van het gehele behandeltraject, dus een botopbouw gevolgd door plaatsing van implantaten en tot slot kroon of brugwerk, varieert van acht tot twaalf maanden. De precieze duur is met name afhankelijk van het feit of de implantaten worden geplaatst in de boven- of onderkaak.
De botopbouw wordt uitgevoerd door de kaakchirurg. Het plaatsen van de implantaten, na enige maanden, wordt meestal ook door de kaakchirurg uitgevoerd. Soms worden de implantaten door een tandarts geplaatst. De prothese of het kroon en brugwerk op de implantaten wordt meestal door de eigen tandarts vervaardigd. Dit laatste deel van de behandeling kan ook in het Centrum voor Bijzondere Tandheelkunde worden uitgevoerd.
De gehele behandeling verloopt absoluut pijnloos. Bij het transplanteren van bot uit de bekkenkam, wat altijd onder narcose gebeurt, is dit vanzelfsprekend. Bij poliklinische behandeling schakelt de plaatselijke verdoving het pijngevoel volledig uit. Wel blijft U voelen dat er iets gebeurt, zoals lichte druk en zacht trillen als de boor gebruikt wordt.
De te verwachten nabezwaren zijn natuurlijk sterk afhankelijk van de uitgevoerde behandeling. Bij het transplanteren van bot uit de bekkenkam, wat altijd onder narcose gebeurt, wordt u opgenomen in het ziekenhuis. De duur van de opname varieert van twee tot vijf dagen. De meeste mensen hebben na de operatie nauwelijks last van pijn in de mond. Een beetje keelpijn komt voor. Na de operatie is het gezicht soms (erg) gezwollen ondanks dat via een infuus gedurende ��n of twee dagen medicijnen worden toegediend die het zwellen van het gezicht tegengaan. De zwelling wordt meestal na drie dagen snel minder. Als gevolg van het transplanteren van bot uit de bekkenkam gaat het lopen in het begin meestal moeizaam, na enige weken is dit weer normaal.
Het oogsten van bot uit de kin of verstandskiesregio verloopt meestal poliklinisch. De eerste 6 uur na de ingreep moet u niet eten en geen zeer warme, zeer koude of alcoholhoudende dranken gebruiken. Tevens mag u de eerste 24 uur de mond niet schoonspoelen. Na deze eerste dag dient u de mond gedurende een week te spoelen met het voorgeschreven mondspoelmiddel. Na de behandeling is het normaal dat u pijn krijgt. U kunt de pijn bestrijden met de voorgeschreven pijnstillers. De plaatselijke verdoving is na 2 tot 4 uur uitgewerkt. Het is raadzaam om de eerste dagen de pijnstillers volgens voorschrift te gebruiken. Een dikke wang, een blauwgele verkleuring en een verminderde mondopening zijn normaal. Deze klachten nemen na 3 tot 5 dagen weer af. Na enige tijd is de mondopening weer normaal. U kunt zelf proberen door oefening de mond af en toe wat verder te openen.
Gedurende de eerste dagen kunnen bloedstolsels het speeksel rood kleuren, waardoor de indruk kan ontstaan dat er sprake is van een nabloeding. Dit is echter zelden het geval. Bij een nabloeding is er constant meer vers helder rood bloed dan speeksel in de mond. Bloedt de wond na (komt enkele uren na de ingreep nogal eens voor) dan kunt u een gaasje of zakdoek op de wond aanbrengen en dit met de duim gedurende een half uur aandrukken. U mag geen watten gebruiken of tussendoor kijken of het bloeden al gestopt is. Stopt het bloeden hierna niet, herhaal dan de procedure. Helpt dat weer niet, neem dan contact op met de polikliniek kaakchirurgie.